Preventieve maatregelen in de strijd tegen worminfecties

Preventie is een van de belangrijkste pijlers binnen het wormmanagement van paarden. Kort gezegd; voorkomen is beter dan genezen. Er zijn veel verschillende preventieve maatregelen die paardeneigenaren kunnen nemen om de kans op een worminfectie zoveel mogelijk te verkleinen. Het doel van de preventieve maatregelen is de blootstelling aan infectiehaarden zoveel mogelijk te reduceren en/of de wormcyclus zoveel mogelijk te doorbreken. Hieronder lees je verschillende preventieve maatregelen die een bijdrage kunnen leveren om worminfecties zoveel mogelijk te voorkomen.

MEST UIT DE WEIDE HALEN
Het is een tijdrovende maatregel, maar tegelijkertijd ook een van de meest effectieve; het uit de weide halen van de mestballen. Hierbij geldt; hoe vaker hoe beter. Door mest uit de weide te halen, verwijder je dus voor een belangrijk deel direct de eitjes en eventuele larven die in de mest zitten. Daarmee doorbreek je de cyclus. Alle eitjes en/of larven die je op deze manier van de weide haalt, kunnen zich niet meer ontwikkelen tot een infectieuze larve. 

Het is echter wel goed om je te realiseren dat, ook al haal je mest dagelijks uit het weiland, er nog steeds sprake kan zijn van een worminfectie op je weiland. Deze eitjes en/of larves kunnen het namelijk best lang uit houden op je weiland. Het kan nogal een klus zijn om de mest uit de weide te halen. Er zijn natuurlijk ook allerlei hulpmiddelen waarmee je de mest kunt opzuigen of opvegen uit de weide.

MESTBULTEN KEREN
De bodembedekking van de stal van je paard en de mest die je (misschien) uit de weide haalt, komt op de mesthoop terecht. Als je deze mest vervolgens gebruikt om je weiland te bemesten, dan is het goed om daar wat aandacht aan te besteden. Dit kun je namelijk niet zomaar zonder risico doen. 

Het warmste punt van de mesthoop bereikt temperaturen van boven de 40 graden door het rottingsproces dat plaatsvindt. In dergelijke temperaturen kunnen de wormeitjes en de larven niet overleven. Het probleem is alleen, dat de buitenkant van de mesthoop een stuk kouder is en daar is het juist een ideale temperatuur voor de eitjes en de larves. 

Als je de inhoud van de mesthoop vervolgens uit gaat strooien over de weide, komen al deze eitjes en larven op de weide terecht en wordt je paard alsnog blootgesteld aan al deze parasieten. Om alle eitjes en larves te doden, moet de mesthoop dus af en toe worden gekeerd, zodat ook de eitjes en larves op de minder hete plaatsen worden gedood. Alleen dan worden ook de wormeitjes en larven die in de minder warme delen aan de buitenkant zitten ook aan de hitte binnen in de mesthoop blootgesteld en zullen ze gedood worden. Als je de mesthoop regelmatig hebt gekeerd, kun je de inhoud uitstrooien over de weide. 

WEIDE SLEPEN
Een veel gegeven advies op het gebied van bestrijding van worminfecties is het regelmatig slepen van het weiland waar paarden staan. Zeker als je de mest niet uit de weide haalt, is het belangrijk om de weide regelmatig te slepen. De mestballen vormen immers een goede omgeving voor de parasieten om zich in te ontwikkelen en om vervolgens het gras in te kruipen. De parasieten houden van een vochtige warme omgeving. Door de weide regelmatig te slepen, sleep je alle mesthopen uit elkaar, waardoor ze uitdrogen en afkoelen. Sleep de weide dus vooral bij droge periodes (warm of koud). De omstandigheden voor de wormeitjes en/of larven worden dan minder gunstig om in te kunnen overleven. Sleep de weide vooral niet in natte periodes, dat zou juist een negatief effect kunnen hebben.

WEIDE BLOTEN/KORTMAAIEN
Een ander veel gegeven advies op het gebied van wormmanagement en de bestrijding van worminfecties is het regelmatig bloten/kortmaaien van het weiland waar paarden staan en dan vooral de “toiletten”. 

Parasieten gedijen het best in warme/vochtige omstandigheden. Deze omstandigheden vinden ze in lang gras. Dat lange gras is ook de ideale plaats om naartoe te trekken, omdat paarden dit op zullen eten. Op die manier komt de parasiet in het paard terecht en kan zich verder ontwikkelen. 

Door het gras dus te bloten/maaien voorkom je dat het te lang wordt en daarmee maak je de omstandigheden voor de larven minder aantrekkelijk en neemt de kans af dat het paard de larven weer opneemt met grazen. Je verstoort daarmee de wormcyclus. 

Het is helaas niet zo dat je door je weide regelmatig te bloten/maaien een worminfectie helemaal kan voorkomen, maar als je je wormmanagement goed in wilt richten, dan moet regelmatig bloten/maaien daar zeker onderdeel van uitmaken. En wil je de wormen echt zo min mogelijk kans geven, doe het dan bij voorkeur wekelijks, bij voorkeur in combinatie met het slepen van de weide in droge periodes. 

WEIDE HOOIEN
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om (een deel van) de weide te hooien, maar als het kan, is het zeker aan te raden. Om te kunnen hooien moet het gras lang kunnen groeien. Doorgaans moet je rekenen op een week of 8, wil je er ook echt wat van af kunnen halen. Dan is het een kwestie van wachten tot er een periode met mooi weer aan komt die lang genoeg is om het hooi van het land te kunnen halen. Als het gras eenmaal gemaaid is, duurt het ongeveer een week voordat de balen geperst kunnen worden. 

In de week dat het gras “los” ligt, wordt het dagelijks geschud. Het weer is over het algemeen mooi droog, met warme temperaturen. Dat zijn ideale omstandigheden waardoor de mestballen die nog op het land liggen uitdrogen en de wormeitjes en larven aan de droogte worden blootgesteld. Deze omstandigheden zijn verre van optimaal voor de parasieten en velen zullen dit niet overleven.

Door het regelmatig schudden worden de mestballen ook nog eens mooi uit elkaar geslagen, waardoor ze nog verder uitdrogen en de wormeitjes en larven nog meer aan de elementen worden blootgesteld. Veel larven en/of eitjes kunnen niet tegen die omstandigheden en zullen kapot/dood gaan. Bij het persen van de balen, worden het weiland eigenlijk schoongeveegd van alle mest. Deze komen in de hooibalen terecht waar kunnen de larven/eitjes zich verder niet ontwikkelen en zullen kapot/dood gaan.

VERWEIDEN
Bij het regelmatig verweiden van paarden zorg je ervoor dat andere preventieve maatregelen optimaal effectief kunnen zijn. Als de weide leeg staat is het dus van belang om de mest te verwijderen en de weide goed te bloten en te slepen. In het meest ideale geval wordt er een ronde gehooid. Op deze manier zorg je voor de meest ongunstige omstandigheden van mogelijke levensfases van parasieten op je weiland. Daarnaast kun je met regelmatig verweiden voorkomen dat de paarden de weide te kort gaan grazen en moeten grazen dichtbij de plaatsen waar wordt gemest. Deze gebieden op de weide hebben het grootste besmettingsrisico.

Bij het verweiden is het ook van belang om zeker te weten dat de paarden geen besmetting meenemen naar het nieuwe stuk weiland waar ze op gezet worden. Voorkomen is immers beter dan genezen. Het is van belang mestonderzoek uit te voeren voordat paarden op een nieuw stuk weide worden gezet zodat er maatregelen genomen kunnen worden indien er een wormbesmetting wordt gevonden.

Een veel gehoord misverstand is dat een weiland schoon is nadat het een winter rust heeft gekregen. Helaas is dit niet waar. Bijna alle wormsoorten kunnen met gemak een Nederlandse winter overleven. Vaak niet als volwassen worm, maar wel als eitje of in een tussengastheer. Als de temperaturen in het voorjaar weer omhoog gaan, gaan deze eitjes zich ook weer ontwikkelen en gaat de levenscyclus van de worm gewoon weer verder. Een weide is pas echt schoon als er na het omploegen en inzaaien nog geen paarden op hebben gelopen.

STROOKBEGRAZING
Naast het regelmatig verweiden kan ook strookbegrazing ingezet worden om de infectiedruk van het weiland zo laag mogelijk te houden. Bij het toepassen van strookbegrazing zorg je ervoor dat de paarden altijd vers gras tot hun beschikking hebben, hiermee voorkom je dat de paarden de weide te kort gaan grazen en gaan grazen dichtbij de plaatsen waar wordt gemest. Deze gebieden op de weide vormen het grootste besmettingsrisico op worminfecties.

Daarnaast kun je ervoor zorgen dat andere preventieve maatregelen optimaal effectief kunnen zijn. Op de stroken waar de paarden vanaf komen, kan de mest goed verwijderd worden, en de weide kan daar goed gebloot (uitmaaien) en gesleept worden. Op deze manier zorg je voor de meest ongunstige omstandigheden van mogelijke levensfases van parasieten op je weiland.

ANDERE GRAZERS OP DE WEIDE
De weide laten begrazen door andere dieren kan als een soort "stofzuiger" dienen voor de aanwezige worminfecties. Bij voorbeeld door het laten grazen van schapen, geiten of koeien kan de infectiedruk van een weiland omlaag gebracht worden. Hierbij moet er echter wel rekening mee worden gehouden dat deze dieren niet weer een andere besmetting op het weiland introduceren zoals bijvoorbeeld de leverbot. Leverbot zal met name een probleem kunnen vormen in natte weilanden waar sloten omheen liggen.

Indien de weide met leverbot is besmet kan het helpen om loopeenden in te zetten op de leverbot slakjes op te eten.

STAL (REGELMATIG) LEEGHALEN
Bij preventieve maatregelen binnen het wormmanagement bij paarden, denken veel mensen al snel aan mest uit de weide halen, preventief ontwormen, het weiland slepen of bloten, etc. Toch is er een hele belangrijke potentiele bron van worminfecties, waar niet zo snel aan gedacht wordt; de stal zelf!

Dat is gebleken uit een onderzoek van Mc Girr et Al dat in september 2015 is gepubliceerd in het Equine Veterinary Journal. Het experimentele onderzoek richtte zich specifiek op de ontwikkeling van bloedwormlarves in strostallen. Het onderzoek bracht een aantal belangrijke observaties aan het licht;

De stal kan onder bepaalde omstandigheden de ideale voedingsbodem voor wormeitjes en larven zijn. De wormlarven zijn gek op vochtige en warme omgevingen. Als je gebruik maakt van bodembedekking zoals stro, gehakseld stro, vlas, zaagsel, of andere natuurlijke producten, dan is het goed mogelijk dat er ideale voedingsbodem ontstaat voor wormeitjes en larven. 

Als de bodembedekking langer dan een week ligt en de mestballen en natte plekken worden niet (zeer) regelmatig uit de stal gehaald, dan loop je het risico dat er een worminfectie ontstaat. Als je geen potstal hebt, zorg er dan dus voor dat je de stal iedere week helemaal leeggehaald en dat je de mestballen en natte plekken zoveel mogelijk verwijdert. Heb je wel een potstal, dan is het minstens zo belangrijk om dagelijks de natte plekken en mestballen te verwijderen. Daarnaast is het met een potstal nog eens extra belangrijk om er voor te zorgen dat er geen mest van een paard met een worminfectie in de stal terechtkomt. En daarvoor is het natuurlijk essentieel om geregeld mestonderzoek te doen, zodat je inzicht hebt in eventuele worminfecties van je paard(en).

STAL ONTSMETTEN
Ook in de stal kunnen paarden een worminfectie oplopen. De meest bekende wormbesmettingen die op stal worden opgelopen zijn de spoelworm en veulenworm, maar ook de bloedworm kan zich onder de juiste omstandigheden in de stal verder ontwikkelen.

Voor de algemene stalhygiëne en om eventuele wormbesmettingen te voorkomen, is het heel verstandig de stal af en toe extra goed schoon te maken. Haal de stal in dat geval goed leeg en spuit de stal schoon met de hoge druk spuit. Na het gewone schoonmaken kan de stal ontsmet worden met een dierenverblijfmiddel (bijvoorbeeld Halamid). Hierna moet de stal eerst goed drogen voor er weer wordt opgestrooid. 

GEBRUIK VAN KRUIDENMIXEN ETC.
Er zijn op de markt verschillende kruidenmixen beschikbaar, die er op gericht zijn een wormbesmetting onder controle te houden. Deze producten worden helaas nog wel eens voor ontwormmiddelen aangezien. De meeste van deze kruidenmixen zullen de weerstand van het paard bevorderen waardoor het paard (mogelijk) minder bevattelijk zal zijn voor worminfecties. Er zijn een aantal zaken die je goed in het achterhoofd moet houden bij het gebruik van deze kruidenmiddelen:  

  • Ook bij gebruik van kruidenmiddelen is het van belag om je paard goed te monitoren doormiddel van regelmatig mestonderzoek
  • Het gebruik van een kruidenmix betekent niet dat je paard geen wormbesmetting kan oplopen.
  • Kruidenmixen ondersteunen de weerstand van je paard.
  • Bij een bestaande wormbesmetting is het niet aangetoond dat een kruidenmiddel een alternatief is voor de reguliere ontwormmiddelen


Bron: HippoSupport mestonderzoek